Zonder verandering dreigt een nieuwe crisis in de woningcorporatiebranche. Woningcorporaties moeten op samenhang in maatschappelijke en financiële waarden worden gestuurd. Zo stelt Jan Veuger in zijn proefschrift 'Materieel Immaterieel. Besturing van woningcorporaties in samenhang met maatschappelijke waarden'. Veuger verdedigde dit proefschrift op 11 december aan de RSM Erasmus Universiteit Rotterdam en promoveerde op het bestuur van woningcorporaties.
De verandering die de corporatiebranche moet ondergaan vraagt volgens Veuger onder andere om bestuurders die weten wat de gevolgen van hun beslissingen zijn. De Tweede Kamer debatteerde recent over het in oktober bekend gemaakte rapport van de Parlementaire Enquête Commissie Woningcorporaties. In dit rapport wordt een hard oordeel geveld over woningcorporaties. Het is de taak van minister Stef Blok om iets te doen met de conclusies.
Woningwet 1902
Woningcorporaties hadden bij de totstandkoming van de Woningwet in 1902 als doel om een bijdrage te leveren aan de maatschappij, mensen aan de onderkant van de samenleving naar een hoger niveau te helpen, de kwaliteit te vergroten en waarborgen van de gebouwde omgeving, marktconforme huurprijzen door tevoeren en het voorkomen van scheef wonen. Uit het onderzoek van Veuger blijkt dat deze doelstellingen in de loop der jaren sterk zijn veranderd. Volgens hem maken woningcorporaties hun maatschappelijke doelstellingen vrijwel niet waar in relatie tot de financiële doelstellingen. Bij branchevereniging Aedes is de maatschappelijke doelstelling zelfs nergens in de statuten terug te vinden, alleen bij de Woonbond is dit het geval.
Veuger heeft vanaf 2010 aan zijn proefschrift gewerkt. Uit vele interviews en verschillende enquêtes onder alle bestuurders van woningcorporaties blijkt dat de intrinsieke motivatie voor het leveren van een bijdrage aan de samenleving er wel degelijk is. Maar, zo stelt Veuger, wanneer corporaties wel maatschappelijke doelstellingen lijken te ondersteunen, zoals het vergroten van de leefbaarheid van huurders, dan wordt de doelmatigheid van die doelstellingen niet getoetst. Woningcorporaties leveren op deze manier een te kleine bijdrage aan de maatschappij en daarbij zijn bestuurders van corporaties zich ook vaak niet goed bewust van de verregaande gevolgen van hun besluiten. Hierdoor gebeurt het te vaak dat de overheid moet ingrijpen bij wanbestuur.
Noodzakelijke verandering
Veuger is van mening dat er verandering nodig is om een crisis rond woningcorporaties, zoals behandeld door de Parlementaire Enquête Commissie Woningcorporaties, te voorkomen. Hij roept daarom bestuurders, politici, toezichthouders en huurders op om corporaties op basis van maatschappelijke waarden te sturen om zo de volkshuisvesting in Nederland verder te brengen.
Deze verandering vraagt wel een hoop van woningcorporaties. Zo is het allereerst belangrijk dat bestuurders nadenken over hoe ze met maatschappelijke waarden omgaan, op eigen kracht besturen, weten wat de gevolgen van hun beslissingen zijn en hun verantwoordelijkheid durven te nemen.
Een andere verandering die volgens Veuger nodig is is het defuseren van corporaties waardoor ze weer kleiner worden. Veuger: "De fusies van de afgelopen jaren hebben geen verbetering gebracht en kleine corporaties hebben minder financiële problemen dan de grote blijkt uit mijn onderzoek."
Belangrijkere rol voor huurders
"Huurders moeten een veel betere positie krijgen, bijvoorbeeld met een huurdersvertegenwoordiging in de raad van commissarissen. Tenslotte liggen er kansen door meer aandacht voor winst uit verhuur. Er valt veel te winnen door slim om te gaan met onderhoud, geld en duurzaamheid. Dit alles zal uiteindelijk bijdragen aan het bestaansrecht van woningcorporaties in de toekomst", vertelt Veuger.
Veuger besluit met het belangrijkste punt wat hem betreft: "Om te voorkomen dat we in een nieuwe crisis komen is het van belang te sturen op samenhang in maatschappelijk en financiële waarden."