De Eerste kamer heeft de termijn van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid verlengd tot 1 december 2022. Hiermee wordt artikel 24 ‘Vereniging van eigenaars (vergaderingen langs elektronische weg)’ ook verlengd. Hieronder zijn enkele relevante passages uitgelicht.
Artikel 1 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)
Het tijdstip van verval van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, met uitzondering van de artikelen 15 en 22, wordt vastgesteld op 1 december 2022.
De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid bevat een aantal uiteenlopende voorzieningen op het terrein van JenV, die voor een belangrijk deel de strekking hebben tijdelijk elektronische vergaderingen en rechtszittingen mogelijk te maken waar de bestaande wetgeving slechts in fysieke zittingen voorzag.
Deze wet zou zijn vervallen per 1 september 2020 tenzij een ander vervalmoment werd vastgesteld, zoals bij dit besluit opnieuw wordt gedaan. Voor de artikelen 15 en 22 vloeit uit de wet zelf al rechtstreeks een ander vervalmoment voort, te weten 1 september 2023. Hoewel dit verlengingsbesluit geen betrekking heeft op deze artikelen blijven deze dus ook gelden tot uiterlijk 1 september 2023. Ten aanzien van de maatregelen die betrekking hebben op de procesvoering in burgerlijke, bestuursrechtelijke en strafzaken geldt het volgende. Hoewel de rechtspraak in de afgelopen periode in toenemende mate is gaan werken met fysieke zittingen, moet toch nog regelmatig gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om zittingen geheel of ten dele langs elektronische weg te laten plaatsvinden.
Er moet rekening mee worden gehouden dat een toename van het aantal besmettingen in het najaar weer aanleiding zou kunnen geven tot geadviseerde of voorgeschreven beperkingen van fysieke contacten. Het continueren van de voorzieningen waar dit besluit op ziet is om die reden geïndiceerd.