Op grond van de wet1 heeft de huurder de plicht om zich als goed huurder te gedragen.
Onder goed huurderschap moet onder andere worden verstaan dat er zorgvuldig met het gehuurde dient omgegaan, dat er geen schade wordt toegebracht en dat de huurder geen overlast veroorzaakt. Ook het tijdig betalen van de huur valt onder goed huurderschap.
Als een huurder in strijd met het artikel handelt dan kan dit voor de verhuurder een grond opleveren om de huurovereenkomst op te zeggen en/of om ontruiming van het gehuurde te vorderen bij de kantonrechter.
- Artikel 213 (7:213 BW): De huurder is verplicht zich ten aanzien van het gebruik van de gehuurde zaak als een goed huurder te gedragen. ↩︎