Vanaf 1 januari 2023 geldt een prijsplafond op energie voor alle huishoudens en andere kleinverbruikers. Tijdens de uitwerking van de plannen wordt duidelijk dat de toepassing van de regeling veel vragen oproept daar waar het onder meer Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) maar ook het MKB betreft. Veel huishoudens binnen VvE’s en midden- en kleinbedrijven áchter een gezamenlijke aansluiting lijken met de huidig voorgestelde regeling buiten de boot te vallen.
Dat levert rechtsongelijkheid op, de regeling ziet immers op huishoudens en daarnaast op zzp’ers, winkels, verenigingen, kleine maatschappelijke organisaties en een deel van het kleine MKB.
VGM NL initieert op dit moment gesprekken met onder meer het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, andere stakeholders en politici. En ook met belanghebbende partijen, zoals Stichting VvE Belang als vertegenwoordiger van VvE’s. Door partijen bij elkaar te brengen en oplossingsrichtingen te delen is de kans op een rechtvaardig en uitvoerbaar prijsplafond voor energie het grootst.
VGM NL-bestuurslid VvE management René Brinkhuijsen benoemt een aantal knelpunten: “Grootverbruikers komen niet in aanmerking voor een tijdelijk prijsplafond op energie, de kleinverbruikers achter die aansluiting daarmee dus ook niet? Wat betekent dat dan voor de VvE’s? Moet de VvE de naar verwachting sterk stijgende energiekosten doorbelasten aan de eigenaars die een huishouden voeren terwijl huishoudens in bijvoorbeeld een grondgebonden woning kunnen profiteren van de regeling?” Andere vragen zijn, vervolgt Brinkhuijsen: “Is het niet eerlijker om te rekenen met het aantal appartementen in het VvE-complex maal de volumegrens, waarna vervolgens op het totaal van dat volume het prijsplafond toegepast wordt? Vallen warm tapwater en warmte ook onder de regeling? Verbruik van warmte wordt in andere gevallen door de leveranciers verrekend op basis van een referentie naar gasprijzen, zonder dat feitelijk gas af wordt genomen. Zou dat mechanisme niet moeten worden losgelaten?”
Overigens worden niet alleen VvE’s geconfronteerd met deze knelpunten in hun verbruik van energie. Ook woonvormen als studentenhuizen, vergelijkbare gebouwen met all-in-huurprijzen en zzp’ers, winkels, verenigingen, kleine maatschappelijke organisaties en een deel van het kleine mkb vallen mogelijk buiten de boot.
VGM NL-bestuurslid COG Johan Spin vult aan: “De problematiek die mijn collega-bestuurslid heeft aangekaart ten aanzien van huishoudens is in zekere mate ook van toepassing op de midden- en kleinbedrijven. Er is een groep kleinverbruikers die voor wat betreft energieverbruik opereert als collectief en daardoor wordt aangemerkt als grootverbruiker. Hierbij valt te denken aan kleine (zakelijke) dienstverleners en winkels en kantoren in multi-tenant gebouwen. Deze “grootverbruikers” vallen buiten de regeling van het tijdelijk prijsplafond op energie. Feitelijk zouden deze gebruikers aangemerkt kunnen worden als kleinverbruikers. Immers worden áchter de gezamenlijke (grootverbruik)-aansluitingen de eindgebruikers individueel – naar rato van vierkante meters of via een geplaatste tussenmeter – belast voor het aan hen toe te rekenen gebruik.”